Boerderijen in dialoog met het landschap
Regionale identiteit staat de laatste jaren sterk in de belangstelling. Desondanks wordt Nederland steeds eenvormiger. Overal in het land worden te vaak dezelfde keuzes gemaakt. Bij verbouwingen van boerderijen krijgen streekeigen kenmerken doorgaans te weinig aandacht.
Vroeger had iedere regio zijn eigen dialect, kleding en een herkenbare bouwwijze. Buiten de stad was (en is) dat onder andere herkenbaar aan de regionale boerderijtypen. De Nederlandse boerderijen zijn ontstaan uit een beperkt aantal oertypen. In Noord Nederland komt de Friese huisgroep voor. In Zuid-Nederland de Vlaamse huisgroep. Limburg heeft een eigen boerderijtype wat gerelateerd is aan het gebied rond Luik. Boerderijen in de rest van Nederland zijn hallenhuisboerderijen, of varianten daarop. Vanuit deze oertypes is door verschillende invloeden een grote verscheidenheid aan boerderijtypen ontstaan. Kenmerkend is dat wonen en werken, mens en dier, meestal onder één dak hun plek hadden.
